
Los Angeles Anders
<<Dit artikel werd gepubliceerd in KLM Flying Dutchman magazine>>
Iedereen heeft een plaatje van Los Angeles in zijn hoofd: een collage uit films, liedjes, en televisieseries. Los Angeles als een door filmsterren bevolkt, zongekust paradijs. Los Angeles als de tegenpool van New York. Los Angeles als het hoofdkwartier van health. Los Angeles als een jungle van siliconen en gebleekte tanden. Dat plaatje klopt in alle gevallen wel een beetje – maar nooit helemaal – met de werkelijkheid, hetgeen bij het eerste bezoek aan de stad al een constante aaneenschakeling van déjà vu’s oplevert. Het zijn natuurlijk niet alleen de klinkende namen als Hollywood, Sunset Boulevard, en Venice Beach die dat oproepen. Wie door de stad rijdt ziet vooral ook een stoet vage bekenden aan zich voorbij trekken. Als bijrol-acteurs die even niet kunnen worden geplaatst, maar waarvan je zeker weet dat je ze ergens van kent.
Een voorbeeld. Niet ver van Los Angeles’ internationale luchthaven LAX staat een enorme doughnut bovenop een doughnutrestaurant. Het zongebleekte, kitscherige gevaarte geniet een soort Eiffeltorenstatus in Los Angeles, waar alles dat hoger is dan één verdieping meteen boven de horizon uitsteekt. Het doet er niet toe of Randy’s Doughnuts lekker zijn. Het gevaarte op het dak verleent het restaurant al ruim een halve eeuw bestaansrecht, als landmark – een bouwwerk dat iets belangrijks markeert, namelijk zichzelf. Een passende gedachte in het om zelfpromotie draaiende Los Angeles.
Die doughnut heeft u eerder gezien. Vraag het desnoods aan een van de eigenaren. Die kunnen – net als de meeste restauranteigenaren in Los Angeles – op commando een hele batterij famous appearances van hun etablissement opvoeren, net als als een lijst van de celebrity’s in hun klantenkring. In het geval van de doughnut kan het zijn dat u hem al heeft gezien in een aflevering van de Simpsons, in een videoclip van Randy Newman, of in de film Mars Attacks, waarin de doughnut wordt verpulverd door een UFO. Hoge cultuur zal het niet zijn, maar kom op. Dit is L.A. En het is maar een doughnut.
Maar er is ook een Los Angeles dat u eigenlijk niet had verwacht. Vlakbij de wolkenkrabbers van Downtown liggen straten waar alles, inclusief de verkeersborden, Spaanstalig is, zodat je je in een buitenwijk van Mexico City waant. Een stukje Sawtelle Boulevard in West Los Angeles is ineens volledig Japans, terwijl het ‘officiële’ Little Tokio volgens de kaart toch echt een stuk verderop ligt. Het enige wat in de Japanse supermarkt eraan herinnert dat je nog in Los Angeles bent en niet door een wormgat het land van de rijzende zon bent binnengestapt zijn de Mexicaanse vakkenvullers, die de schappen vol gedroogd zeewier bijvullen. Ten oosten van Hollywood, in het gestaag opgefunkte Silver Lake, waar een rumoerige kapperszaak in een omgebouwde garage (Rudy’s Barbershop) dienst doet als buurthuis, waan je je ineens in Brooklyn. Tussen de art-deco woonhuizen van het Wilshire district heerst een elders in Los Angeles verloren gegaan gevoel van jaren 30 en 40-glamour. Terwijl toeristen zich gewillig langs eentonige, huizenhoge hagen van de bekende filmsterrenwijken van Beverly Hills en Bel Air laten voeren, is het zicht op de kasten van huizen in het sfeervolle, doch relatief onbekende Hancock Park waar ooit de filmsterren uit de jaren 20 woonden, een stuk minder belemmerd. Met andere woorden: er kan nog veel interessants worden toegevoegd aan dat collage in ons hoofd.
Daarbij komt: in een mega-agglomeratie met een inwonersaantal van grofweg tweemaal de Randstad, zijn er altijd wel buurten in opkomst waar u enige tijd geleden nog niet dood gevonden had willen worden. Culver City is daar een van de recentste voorbeelden van. Niet lang geleden stond het nog bekend als het weinig opbeurende Wheel Alley, de plek waar je heen ging om je banden te laten vervangen om vervolgens snel door te rijden naar een interessanter stadsdeel. Maar sinds kort heeft het aantal galerieën, aangetrokken door lage huren en ruime industriële panden, een kritiek punt van cool bereikt. De avant garde schoolt er samen voor video-installaties en andere moderne kunst, in respectabele galerieën als LAXart en Blum & Poe. Fijnproevers met een voorkeur voor een gezonde maaltijd met veel groen treffen elkaar bij Tender Greens, waar biologische en eco-vriendelijk geteelde salades tot een geslaagd restaurantconcept zijn verheven, zoals je dat alleen in het met gezondheid geobsedeerde Los Angeles kan vinden. Theatergangers maken een gastronomische stop bij Ford’s Filling Station, aan de overkant van het nieuwgeopende Kirk Douglas Theater, waar chefkok Benjamin Ford (zoon van Harrison) in de keuken staat. En dan is er nog Helms Furniture District, ooit een bakkerij die een heel straatblok in beslag nam, nu een verzameling van interieur- en designwinkels, twee restaurants en de Jazz-Bakery, de enige non-profit Jazz-club van Los Angeles met optredens zeven dagen per week.
Venice, het legendarische strandoord van Los Angeles, heeft een vergelijkbare opleving doorgemaakt. De levendige Ocean Front Walk, het domein van zongedroogde neo-hippies, rastamannen op rolschaatsen en relaxte surfers, is altijd al een populaire flaneerbestemming voor weekendgangers geweest, maar Abbot Kinney Boulevard, een van de belangrijkste routes door Venice, was tot een paar jaar geleden ’s avonds onguur en verlaten. Nu is het er een komen en gaan van creatieven met geld: succesvolle architecten, screenwriters en producers. Dat betekent overigens niet dat Venice hier zijn ‘roots’ als hippie-oord en geboorteplaats van de surfcultuur heeft verloochend. In Equator, een boekwinkel die tegelijkertijd ook galerie is, staan de schappen vol met prachtige fotoboeken uit de hoogtijdagen van de buurt, vol blondgesnorde surfers en gouden seventies-zonlicht. Maar men kan er ook terecht voor een eerste druk van Catcher in de Rye, of werk van een lokale kunstenaar. The Brig, ooit een onopmerkelijk buurtcafé van ex-bokser Babe Brandelli, werd opgekocht en getransformeerd tot een moderne lounge waar men aan een enorme roestvrijstalen bar aan appelmartini’s nipt. Maar de muurschildering van Babe aan de zijkant van het gebouw is gebleven, net als de pooltafel. De winkel Strange Invisible Perfumes verkoopt op maat gemaakte ‘botanische’ parfums aan hooggehakte dames, maar verderop, in de Green House, verkoopt men naast exclusieve duizend-dollar-asbakken van Tiffany toch ook nog goedkope, glazen waterpijpen.
Samen met Culver City is dé restaurantbuurt-in-opkomst het Fairfax District, rondom Beverly Boulevard. In tegenstelling tot de pijnlijk hippe restaurants als Koi en Republic aan het iets westelijker gelegen La Ciénega Boulevard, struikelen de celebrity’s hier niet over de paparazzi (en elkaar) naar binnen; de echte sterren staan in de keuken. De ooit glansloze Joodse buurt is nu een officieus gastronomisch centrum waar een nieuwe generatie topkoks zijn populariteit met de dag ziet groeien. Waar de restaurants van La Ciénega’s glamoureuze restaurant row vooral figureren in de roddelbladen, zijn de restaurants aan Beverly Boulevard eerder onderwerp van de restaurantcritici die zicht liever uitlaten over culinaire hoogstandjes dan over de nieuwe wardrobe malfunctions van Paris Hilton. Aanraders zijn het nieuwe BLD, waar men op rode barkrukken ambachtelijke salumi wegspoelt met een goed glas wijn, en het casual chique Grace, waar de alom bejubelde chef Neal Fraser niet alleen Schotse zalm serveert met gnocchi en cantharellen, maar ook de in Los Angeles onvermijdelijke tofu lekker weet te maken met een korstje van peper en hennepzaad. Razend populair is ook Ita-Cho, waar met Japanse perfectie bereidde aubergine in zoete misosaus en pittige lotuswortels met soyaglazuur gretig aftrek vinden bij de lokale hipsters en de Hollywood elite.
In Downtown Los Angeles moet het nog allemaal gebeuren. Anders dan de imposante skyline die elders in de stad ontbreekt zou doen vermoeden, is het nou niet bepaald het centrum van de actie. Zelfs overdag liggen de straten er betrekkelijk verlaten bij, alsof de kantoorwerkers zich hebben veschanst in hun wolkenkrabbers. Maar sinds enkele jaren is het saaie imago van het politieke- en zakencentrum op de schop, en worden zijn alle registers opengetrokken om van het stadsdeel een nieuwe hotspot te maken. Oude, vervallen wolkenkrabbers zijn opgeknapt en opgedeeld in riante appartementen. In het voormalige hoofdkwartier van een oliemaatschappij is nu het retro-hippe Standard Hotel gevestigd, waarvan het met designinterieur bezaaid dakterras zich uitstekend leent voor het soort party’s waar de avant garde gezien wil worden. Ook het walhalla van galerieën langs Main Street en Spring Street tussen 2nd en 9th Street, dat in 2003 werd aangewezen als Gallery Row, is een grote publiekstrekker gebleken. Maar het in datzelfde jaar geopende Walt Disney Concert Hall, van architect Frank Gehry, is tot nu toe de meest overtuigende stap geweest richting hotspot-status. En niet alleen in figuurlijke zin. Het gebouw bleek in al zijn glimmende glorie te fungeren als een parabolische spiegel. De met roestvrijstalen panelen beklede gevel concentreerde op zonnige dagen het licht zo sterk dat verkeerskegels smolten op straat, vuilnisbakken spontaan ontbrandden, en bewoners van nabije appartementen nagenoeg uit hun huiskamers werden gezapt. De panelen werden haastig gezandstraald: ook in Los Angeles zijn er grenzen aan hoe hot men wil zijn.
L.A. ANDERS!
Eten en drinken
In Los Angeles is men dol op thema-avonden rondom simpele gerechten met een twist van een topkok. Zo zijn er de Mozzerella Mondays bij Jar (8225 Beverly Blvd), is dinsdagavond Grilled Cheese Night bij Campanile (624 South La Brea Avenue), is het woensdag Donut Shoppe bij Grace (7360 Beverly Blvd), waar je op zondag ook terecht kunt voor Grace Burger Night.
Los Angeles is op de biologisch geteelde toer, en goed vegetarisch of zelfs veganistisch eten is prima mogelijk zonder meteen tussen een geitewollensokkenpubliek terecht te komen. Sterker nog, nergens anders dan in West Hollywood zul je dames die topzwaar zijn van de siliconen uit hun benzineslurpende Hummer zien drentelen om zonder een greintje ironie een zo puur mogelijke, milieuvriendelijk geteelde koffie te bestellen bij Urth Caffé (8565 Melrose Avenue). Ontbijt en lunch kan zeer gezond bij het gezellige Newsroom (120 N Robertson Blvd), waar je, als je aan de straatkant gaat zitten, kunt zien hoe de paparazzi de celebrity’s op het terras van the Ivy (113 N Robertson Blvd) aan de overkant belagen. ’s Avonds is Tender Greens (9523 Culver Blvd) een goede optie in Culver City.
To do
De oliemagnaat J Paul Getty is vaak uitgelachen door kunstcritici, maar wie bergen geld heeft, lacht het laatst: zijn immens populaire, en spectaculair gelegen Getty Villa in Malibu (17985 Pacific Coast Highway, gratis kaarten alleen vooraf verkrijgbaar via www.getty.edu of telefoonnummer (310) 440-7300), gebaseerd op de overblijfselen van de Villa dei Papiri in Herculaneum, is in 2006 heropend als een museum gewijd aan de klassieke oudheid. Voor Getty’s collectie van Westers cultuurgoed van de Middeleeuwen tot nu, kan men terecht in het moderne Getty Center (1200 Getty Center Drive).
Doe als de Angeleno’s: blijf te allen tijde fit. Sporten bij gyms als Crunch (8000 Sunset Blvd) en Equinox (o.a. 8590 W Sunset Blvd) is een ware belevenis. Denk aan cardio striptease, paaldansen, buff yoga en heus, hoelahoep-pilates: alle buitenissige fitness-rages die de wereld overspoelen worden hier bedacht. Mocht dat niet overtuigen: uw klasgenoten zijn Carmen Electra en Jodie Foster.
Overtuigt dat ook niet: Los Angeles is de filmhoofdstad van de wereld, en de meest comfortabele plek om lui onderuit een nieuwe film te zien is ArcLight (6360 W Sunset Boulevard). De enorme, comfortabele stoelen en technisch perfect geluid maken onlangs luxueus gerenoveerde Cineramadrome zó aantrekkelijk dat zelfs de filmsterren hun thuisbioscopen er regelmatig voor verruilen. Vergeet de caramel-popcorn niet.
Do’s en don’ts
Don’t: Denk niet te snel dat Los Angeles systeem van rechte boulevards overzichtelijk is: het lijkt allemaal verradelijk veel op elkaar. Vraag bij uw huurauto een gps-navigatiesysteem. De kleine meerprijs van ongeveer 10 dollar per dag bespaart een hoop tijd, kaartgevouw en wellicht zelfs een woede-aanval of twee.
Do: Strandwandelen in Venice, winkelen in West Hollywood en Beverly Hills, of domweg verdwalen in buurten als Los Feliz en Silver Lake: allemaal prima opties om de alomtegenwoordige auto eens te ontsnappen.
Slapen
Chateau Marmont (8221 Sunset Blvd), een heus – nouja, heus genoeg – kasteel dat boven de Sunset Strip uitrijst is het summum van klassieke glamour. Verwacht Colin Farell en Matt Dillon in de lobby, en loop Johnny Depp of Winona Ryder tegen het lijf in de aangrenzende Bar Marmont, dé hangout van de sterren van dit moment.
Avalon Beverly Hills (9400 W Olympic Blvd), over het geraamte van het oude Beverly Carlton gebouwd eerbetoon aan het space-age chic van Amerikaanse designers als Nelson en Eames. Het restaurant Blue on Blue, met zijn privé-cabanas aan het zwembad, wordt geroemd als een van de beste hotelrestaurants van Amerika.