
Jagen in Antwerpen
Diamantmuseum, vogeltjesmarkt en Rubenshuis even terzijde: het is vast niet de eerste keer dat u in Antwerpen komt. Bij kenners geniet Antwerpen bovenal een reputatie als ongeëvenaarde jachtgrond voor het houdbare én het vluchtige: antiek en mode. Een almaar uitdijend aanbod van bijzondere winkels maakt de Scheldestad de plek bij uitstek voor eigenzinnige inkopen. Hou genoeg ruimte vrij in uw achterbak voor een ijsbeer.
Tekst: Jurriaan Teulings
Dit artikel verscheen eerder in Mercedes Magazine
In de Mercedes CLK klasse is de weg naar Antwerpen bijna net zo kort als de afstand tussen gaspedaal en plank. Maar eenmaal aangekomen in het Hilton kan de geliefde wagen echter in de parkeergarage blijven, want het luxueuze onderkomen in de schaduw van de boerentoren – ooit de eerste wolkenkrabber op het Europese vasteland – ligt pal aan de Groenplaats. Centraler kan bijna niet. Vanaf hier kan vrijwel alles te voet, liefst ontspannen meanderend door de winkelstraten.
De weg hoeft u nauwelijks te weten. Als u vanaf het Hilton wandelt, is de kans groot dat u even later in de Leopoldstraat staat. Aanvankelijk lijkt het er een beetje te rustig, een zijspoor van de gebaande winkelroute richting Schuttershofstraat, met een botanische tuin als voornaamste trekpleister. Maar wie beter kijkt realiseert zich snel dat dit dé antiekstraat van Antwerpen is. Of het nu om een rijk gedecoreerd Antwerps kabinet gaat of een sobere Chinese tempeltafel, dit is van oudsher dé bestemming voor de veeleisende liefhebber. Maar ook de excentriekere smaak wordt hier op de wenken bediend. Was u op zoek naar een schedel van een walrus? Ontbeerde de vloer voor uw open haard nog een hagelwit ijsberenvel, met de gapende kop er nog aan? Antiquair Herwig Simons (op nummer 9) zorgt er voor dat u nooit meer van een alledaagse smaak kan worden beticht. Een paar stappen de winkel in staat u oog in oog met een opgezette zeehond of tête-à-tête met een afgezaagde krokodillenkop. En als u nog even moet slikken bij een politiek incorrect schildpadden-lampenkapje of een salontafelboek dat de titel ‘The Art of Rhinoceros Horn Carving in China’ draagt, dan is dat precies de bedoeling: de antiquair is gespecialiseerd in wat hij ‘ongewone dingen’ noemt. Voorzichtig legt hij uit dat de beschermde diersoorten wel op een legale wijze aan hun einde zijn gekomen. Zo blijkt de tot comfortabel kleed gereduceerde ijsbeer een bullebak te zijn geweest die ooit een dorp in Groenland terroriseerde. En mocht uw aankoop niet honderd procent neushoornvrij zijn, dan mag u er van uit gaan dat de opbrengst is geïnvesteerd in een lokaal conservatieprogramma. “Als je er maar genoeg voor betaalt, mag je overal op jagen.”
Daar heeft hij onbedoeld een uitstekende slogan voor de Scheldestad te pakken. Als je er maar genoeg voor betaalt, dan mag je overal op jagen. Dat klinkt toch een stuk aanlokkelijker dan de slaapverwekkende slogan die toeristisch Antwerpen hanteert: ’t Stad is van iedereen. Zoiets doet de stad tekort: het is veel leuker om te jagen op wat juist niet van iedereen is, en wat dat betreft is er nauwelijks een betere jachtgrond denkbaar. Aan de Leopoldstraat betekent het een ijsberenvel à 7000 of de walrusschedel à 7250 euro. Aan het Steenhouwersvest betekent het kopi luwak. Deze koffie wordt geserveerd in het recent geopende Günther Watté Chocoladecafé, en is de meest exclusieve, en bijgevolg ook duurste koffie ter wereld. De bonen van deze koffie ontlenen hun aroma uit een wel zeer bijzondere bewerking: ze zijn opgegeten en vervolgens onverteerd uitgepoept door een Sumatraanse civetkat. U leest het goed. De keutelkoffie kost zo’n 500 euro per kilo, dus als het bevalt, mag u uit kostenbesparing overwegen zo’n beest in huis te nemen. Is een dergelijke überleut toch niet uw kopje thee, dan kunt u nog kiezen voor een ‘taske’ Darjeeling Finest Tippy Golden Flowery Orange Pekoe, de grand cru onder de theesoorten. Alles natuurlijk vergezeld van designer-bonbons uit het atelier van vader Watté, achterin het café van zijn zoon.
Een fikse dosis cacao en cafeïne zorgt voor een vliegende start in de nabijgelegen Kloosterstraat, een 600 meter lange verzameling van (voornamelijk) brocante-winkels, waar toekomstig antiek nog even tweedehands heet. Het is de jongere, levendiger evenknie van de Leopoldstraat. Hier is het schatzoeken tussen verschoten etalagepoppen naar prachtig fifties- en sixtiesmeubilair, en neuzen door bakkenvol grijsgedraaid vinyl waar Helmut Lotti en The Stones gebroederlijk naast elkaar staan. Iedereen met een geboortejaar tussen 1920 en 1980 kan hier met een beetje nostalgisch doorzettingsvermogen het volledige interieur van zijn of haar tienerkamer terugkopen. Inclusief zeldzame merchandise van Madonna’s vroege wereldtournees, of de glimmende trompet van vader.
Waar de Kloosterstraat eindigt, begint ’t Zuid, momenteel de meest gewilde woon- en uitgaansbuurt van Antwerpen, waar een galerie een opticien blijkt te zijn en zelfs de videotheek nog van een strak designinterieur is voorzien. Hoe dichterbij u komt, hoe meer langbenige dames in haute couture en artistieke types in zwarte coltruien u passeren – met bijpassende modieuze hondjes. Overdag is het hier op krachten komen in een van de trendy cafés met tapas, wontons en spring rolls, alvorens het Museum voor Hedendaagse kunst Antwerpen (MUKHA) of het gerenoveerde Fotografiemuseum in te duiken. ’s Avonds is het cocktails nippen en gezien worden.
Ten noorden van de Leopold de Waelplaats begint de modewijk, Antwerpens favoriete bestemming van fashionistas uit binnen- en buitenland. Het kloppend hart is de ModeNatie aan de Nationalestraat, een imposant gebouw dat behalve Antwerpens veelgeprezen ModeMuseum sinds oktober ook de flagship store van de Japanse couturier Yohji Yamamoto huisvest. De 960 vierkante meter grote megaboetiek – Yamamoto’s grootste ter wereld – is een van bedwelmende bloemengeur doortrokken witte doos die meer van een prestigieuze expositie weg heeft dan van een kledingwinkel. De prijskaartjes van de ‘tentoongestelde’ waren doen er in elk geval niet voor onder. De ontwerper zegt vooral aangetrokken te zijn geweest door de elegantie van Antwerpen. Hij is bepaald niet alleen: de stad is sinds de jaren tachtig een ware magneet voor modetalent. Rond dezelfde tijd dat een jonge Yamamoto voor het eerst zijn collecties in Parijs presenteerde, studeerden Walter van Beirendonck, Ann Demeulemeester, Dirk Bikkembergs, Dries van Noten, Marina Yee en Dirk van Saene af aan Antwerpens Koninklijke Academie voor Schone Kunsten. Deze studenten, inmiddels internationaal bekend als de Antwerp Six, hebben sindsdien met hun sterke visie op mode de stad op de wereldkaart gezet. Net als andere Belgische modegrootheden als Annemie Verbeke en Veronique Branquinho waren de meesten van hen aanwezig bij de opening van de flagship store van hun Japanse collega. Hun winkels bevinden zich doorgaans op een korte wandeling vanaf de ModeNatie in de modewijk, die grofweg van Nationalestraat tot Schuttershofstraat strekt.
In die modewijk wordt het de jager wel érg makkelijk gemaakt. De ene exclusieve winkel na de andere wordt er geopend. Maar wie extra voldoening haalt uit gedegen speurwerk, moet even van de route afwijken. De legendarische outlet Francis aan het Steenhouwersvest, waar schatzoekers regelmatig wegliepen met een originele Vivienne Westwood voor een fractie van het oorspronkelijke fortuin, is helaas niet meer. Gelukkig bestaat reïncarnatie. De nieuwe winkel FCS opende enkele maanden geleden in een nieuw pand aan de Timmerwerfstraat nummer 8. Hier hangt een splinternieuwe leren jas van Dolce & Gabbana voor een derde van de prijs in de rekken, enkel en alleen omdat hij al eens door een model is gedragen op een catwalk. En wat er geldt voor couture, geldt ook voor het designmeubilair dat er staat. Stoelen van Arne Jacobsen voor – relatief – zacht prijsje. Het zijn het soort trofeeën waar u na een enerverend weekendje Antwerpen gegarandeerd mee thuis kunt komen.