
Spaceship Tokio
TEKST EN BEELD: JURRIAAN TEULINGS
<Dit artikel verscheen eerder in Winq magazine>
In de New York bar op de 52e verdieping van het Park Hyatt hotel in Shinjuku is het makkelijk om je een filmster te voelen. Als Leonardo di Caprio niet toevallig in levenden lijve naast je zit, dan kun je je in elk geval voorstellen hoe Scarlett Johansson en Bill Murray hier elkaar troffen in de film Lost in Translation. Om je even James Bond te voelen kun je hier de beste martini’s van het oostelijk halfrond bestellen, en voor een blik over de skyline van Tokio door de ogen van Godzilla hoef je maar door de hoge ramen naar buiten te kijken, waar een massa van beton en staal zich uitstrekt tot aan de horizon. Bij zonsondergang licht die op, als een gigantisch ruimteschip in Star Wars.
Sinds Lost in Translation is niet alleen deze gedistingeerde pianobar beroemd, maar ook het subtiele sentiment van ontreddering dat de film zo feilloos overbrengt. Een culture shock is in Japan bijna onvermijdelijk. Het is niet zozeer de ontzagwekkende grootte van de stad, maar de bewoners die je het gevoel geven dat je in een buitenaardse beschaving bent beland. Wie dacht conclusies te kunnen trekken uit de uniformiteit van de groepjes Japanners die ’s zomers de fietspaden van Amsterdam massaal blokkeren komt in Tokio bedrogen uit. Wat de stad ontbreekt aan hoofddoekjes, tulbanden, jelabbahs en Afrikaanse gewaden, wordt gecompenseerd door een ontzagwekkende multiculturaliteit op microniveau.
Cybernerds en dienstmeiden
Neem de otaku. Een speciaal ras van Japanse nerds die sinds het begin van de jaren negentig een heus ghetto hebben gevormd in Akihabara, de buurt in Tokio met de grootste verzameling electronicawinkels bij elkaar in de wereld. Hun subcultuur van online rollenspellen, manga en anime paste goed bij het district, waar fabrikanten van gadgets hun nieuwste snufjes voor het eerst het levenslicht laten zien, vaak twee jaar voor ze de Europese winkelschappen halen. Het is een van de weinige plekken ter wereld waar technologie zo wordt aanbeden dat de boetiekjes geen antieke dressoirs verkopen maar vintage computers. Dit is de wereld zoals die er uit zou zien als nerds het voor het zeggen zouden hebben, een subcultuur van 20 tot 45-jarige sociale outcasts waar een NEC computer uit 1985 tweeduizend euro kan opbrengen. Zelfs de cafécultuur is er op toegesneden. In zogenaamde cosplay cafés (waarbij cosplay staat voor costume play) dragen serveersters stoeipoezerige negentiende eeuwse dienstmeidenoutfits, geinspireerd op de erotische versies van manga.Ook buiten de cafés van Akihabara wordt er aan cosplay gedaan. Meisjes in Minnie Mouse-schoentjes en kanten minijurkjes delen op straat bedrukte pakjes met zakdoekjes uit bij wijze van flyer, of ze staan als op tilt geslagen Stepford Wives onafgebroken te welkombuigen voor winkels vol miauwende robotkatten. De tienermodescene van hippe wijken als Harajuku en Shibuya is een toeristenattractie geworden vanwege de zogenaamde cosplay kids, die zich in het weekend in groten getale door de straten bewegen. In het nabijgelegen Yoyogi park mengen ze zich met nog wel tien andere scenes, variërend van een soort confettipunk en rockabilly tot een momenteel bijzonder populaire uiting van tienermode die gothlolita heet, waarbij meisjes zich uitdossen als uitdagende Victoriaanse kleuters.
Alles moet kawaii
Meestal leuk en vreemd, soms een tikkeltje verontrustend vanwege de pedoseksuele connotaties, die kleutertijdverheerlijking die in Japan volop aanwezig lijkt te zijn. Volgens Amerikaanse antropoloog Merry White, auteur van “The Material Child: Coming of Age in Japan en America” is het te vergelijken met het verlangen van mensen in Westerse samenlevingen naar de tijd dat men tiener of twintiger was. In Japan is het de kindertijd waarin de sociale druk het minst is, en dus verlangt men massaal terug naar de warme moederschoot, en niet de wilde jaren als tiener of twintiger zoals wij die kennen. Zo wild zijn de tienerjaren van de gemiddelde Japanner namelijk niet: het schoolsysteem is strikt en de druk om te presteren zo enorm dat kinderen jarenlang niet veel meer doen dan slapen en studeren – en van het laaste meer dan het eerste.Bijgevolg is kawaii – Japans voor ‘schattig’ – big business in Japan, en niet alleen voor kinderen. De winkels van cartoonfiguurtjesgigant Sanrio, producent van onder andere Hello Kitty, richten zich veelal op volwassen vrouwen, die zich in de warenhuizen van Shibuya volledig verliezen in de hysterische verzameling van parafernalia van het mondeloze poesje. Maar ook mannen zijn gevoelig voor kawaii, dus zal zelfs een serieuze zakenman zich er niet voor schamen om een pluizig sesamstraatfiguurtje als Elmo aan zijn mobiele telefoon te hangen. De Japanse luchtvaartmaatschappij All Nippon Airways schilderde metershoge Pokémonfiguren op enkele boeings uit haar vloot in de wetenschap dat Japanse mannen en vrouwen in de rij zouden staan om achter een raampje plaats te nemen in de buik van een gigantische gele Pikachu. De Asahi bank spekte Dick Bruna’s bankrekening door pinpasjes uit te brengen met Nijntje erop. Bij Shinto-tempels verkoopt men Hello Kitty-amuletten. Ook porno is kawaii. Er zijn love hotels met Hello Kitty SM-kamers en stripboeken vol manga-porno waarmee veel mannen onbeschaamd en diep verzonken hun tijd in de metro doorbrengen. De giechelende kindvrouwtjes die de pagina’s van deze stripboeken bevolken vind je ook terug op de verpakkingen van plastic vagina’s in de pornowinkels van Tokio’s ‘rosse’ buurt Kabukicho, naast condooms die aan de man worden gebracht met een afbeelding van het schattige aapje Monkichi. Die buurt staat ook bekend om zijn verkoopautomaten met gedragen schoolmeisjesondergoed, hoewel die een stuk zeldzamer zijn geworden nadat de overheid zich er tegen heeft gekeerd (nota bene met een beroep op de Wet op de Antiekhandel). De automaten zijn weg, maar de speciaalzaken verkopen het ondergoed nog steeds aan klanten die er grif voor betalen.
Homoseks voor vrouwen
Vrouwelijke otaku verlekkeren zich up hun beurt aan yaoi, mangastrips voor vrouwen en tienermeisjes over seks tussen androgyne mannen en jongetjes, en shotacon, games en manga met aantrekkelijke minderjarige jongetjes in de hoofdrollen. Daarbij is de populariteit van ene Bridget opvallend: een als meisje opgevoed jongetje uit de Guilty Gear XX games, dat vreemd genoeg premiejager is met als voornaamste wapens een jojo en een mechanische teddybeer. Zó kawaii dat zelfs heteroseksuele mannen roepen dat ze er homo van worden – overigens niet zo’n heel grote stap als je ziet hoe verwijfd het jochie is. Natuurlijk zijn er ook homo’s die zich bedienen van yaoi, en mangastrips waarin wat mannelijkere mannen elkaar behagen, maar die maken niet op dezelfde manier deel uit van de ‘geaccepteerde’ mainstream van Japanse manga, waarin maandelijks gemiddeld 70 nieuwe yaoi publicaties verschijnen voor en door vrouwen. Voor de gay manga door en voor gay mannen moet je naar de gay sexshops van Tokio’s homobuurt, Shinjuku Nichome.Natuurlijk heeft de vrouwelijke fantasiewereld van yaoi weinig te maken met de werkelijke wereld van de Japanse homo. Japan’s houding ten opzichte van homoseksualiteit is nogal ondoorgrondelijk als je het in moderne westerse termen tracht samen te vatten. Voor veel Japanners, inclusief die met homoseksuele gevoelens, geldt dat homoseksualiteit als identiteit nog steeds een onwennig westers concept is waar lang niet iedereen aan wil. In Japan wordt seks niet zozeer in termen van moraliteit beschouwd, maar in termen van plezier, sociale positie en verantwoordelijkheid. Vanuit dit oogpunt is alleen de daad homoseksueel, niet de mannen die het samen met elkaar doen. Er zijn geen wettelijke belemmeringen, en Japan geldt met de mogelijke uitzondering van Thailand waarschijnlijk als het meest liberale land van Azië als het om acceptatie van homoseksuele buitenlanders gaat. Maar de conformistische natuur van de gemiddelde Japanner zorgt ervoor dat veel Japanse homo’s met één been in de kast staan. Niemand zal het in zijn hoofd halen om een ander te ‘outen’, ook al staan de zaken er nog zo duidelijk voor. Twee begrippen die daarbij een belangrijke rol spelen zijn honne (de werkelijkheid zoals die is) en tatemae (de interpretatie van de werkelijkheid waar men het over eens is). Homoseksualiteit is natuurlijk ongehoord nonconformistisch (honne), maar zolang je iedereen een plezier doet en het onderwerp niet te sprake brengt zal men je tegemoet komen en ter behoud van de goede vrede geloven dat je hetero bent (tatemae). Dit heeft tot gevolg dat er veel minder sprake is van een aan een identiteit gekoppelde homocultuur zoals wij die kennen: in Japan is het begrip homoseksualiteit in de eerste plaats gekoppeld aan seks. De straten van Shinjuku Nichome zijn overdag uitgestorven. Er is weinig homoseksueels aan te bespeuren op een paar gay ‘boekenwinkels’ na. In de schappen van die winkels zul je echter geen zoete gay-romans, fijnbesnaarde analyses van homorelaties of historische en politieke beschouwingen van het fenomeen homoseksualiteit vinden, maar uitsluitend porno. Books Rose, de grootste en bekendste winkel voor Japanse homo’s, verkoopt naast een collectie Japanse porno-dvd’s over intrigerende zaken als ‘meat hole play’ en ‘men’s face sitting’ de gewelddadige cartoons van Gengoroh Tagame, de Japanse Tom of Finland, waarin bloed, castratie, amputatie, dood en poepseks de hoofdthema’s zijn in de avonturen van grote behaarde mannen. Blijkbaar zijn er dus ook uitzonderingen op de nationale voorliefde voor kawaii.
Het grootste homodistrict ter wereld
Zo rustig als het er overdag is, zo wild is Shinjuku Nichome als de avond valt. Het aantal bars wordt tussen de 200 en 300 geschat, en er is wel eens gezegd dat de buurt daarmee de hoogste dichtheid van gaybars waar ook ter wereld heeft. Dat is op zich niet zo verwonderlijk als je bedenkt dat deze in het centrum van de grootste agglomeratie ter wereld ligt, met bevolking van ruim 34 miljoen mensen. Maar daar moet wel bij worden gezegd dat de meeste bars niet veel groter zijn dan een huiskamer, waar hoogstens twintig man in passen. Wie naar binnen wil, krijgt te maken met de masutaa (een verbastering van het Engelse ‘master’) die de tent runt, en die zal bij het zien van een buitenlander niet zelden zijn armen kruisen – het Japanse gebaar voor ‘vol’, ‘gesloten’, of gewoonweg ‘jouw soort moeten we hier niet’. Daar ligt in veel gevallen een stuitende vorm van onbeschaamd racisme aan ten grondslag, maar het zal even vaak zo zijn dat je alle naïviteit een bar bent binnengestapt die gewoonweg niet de scene is waarin je thuishoort. Wij kennen de beren, de leernichten en de muscle Mary’s. In Japan heb je die natuurlijk ook, maar daarnaast nog een eindeloze hoeveelheid voor Japan unieke subscenes en kliekjes waar je Japanner voor moet zijn om er iets van te begrijpen. Als je al binnen wordt gelaten is de kans groot dat je domweg wordt genegeerd. Tenzij je Japans spreekt of een Japanse vriend hebt om je rond te leiden, blijven er in Nihchome maar een stuk of negen bars over waar je als buitenlander terecht kunt. Daar stikt het dan ook meteen van de toeristen en de expats, en natuurlijk van de Japanners die zich daar juist graag onder mengen.Daarmee is niet gezegd dat alles aan de Japanse gay scene kleinschalig en mysterieus is. Ook in Tokio is de partyscene van het geglobaliseerde homodom gearriveerd. Sinds de jaren negentig worden met enige regelmaat megaparty’s georganiseerd waarvan de terminologie in alle moderne gay scenes dezelfde is: een ‘black ball’ in februari, een ‘splash’ in april, en een ‘tribal journey’ in juni. Dit jaar werd het lange weekend in september voorafgaand aan de optredens van Madonna in de Tokyo Dome aangegrepen om een hele serie van feesten te houden. Er was een ‘opening bash’, een ‘after hours party’, de onvermijdelijke ‘muscle beach party’, een exclusieve ‘love boat party’ door de baai van Tokio, en uiteraard een ‘closing bash’. Allen van dezelfde massaliteit als gelijknamige feesten in bijvoorbeeld Miami South Beach. En ook hier wist men de kaartverkoop aardig op te stuwen door het gerucht te laten gaan de de Queen of Pop zelve haar opwachting wel eens zou kunnen maken om een paar plaatjes te draaien, nu ze toch in de buurt was. Daar kwam natuurlijk niets van terecht, maar toen alle skaters, muscle Mary’s, dikzakken, party kids, alto’s en alle onnoembare variëteiten uit de kleine barretjes van Shinjuku Nichome eenmaal gebroederlijk naast elkaar stonden te dansen, maakte dat niet meer uit.
Livin’ la vida latex
Hoewel de oudere generatie van Japan nog behoorlijk afwijzend staat tegenover ‘homoseksueel gedrag’ of wat daar voor doorgaat, begint homoseksualiteit in het algemeen een stuk zichtbaarder te worden. En niet alleen vanwege de groeiende partyscene en de gay pride parade in Tokio. De Japanse tv-komiek en ex-worstelaar Sumitani Masaki geniet een razende populariteit met zijn typetje Razor Ramon Hard Gay. Net als veel Japanse televisieprogramma’s moet je zijn show zien om het te geloven. In Village People-outfits van schaars latex rent hij door de straten van Tokio om ‘goede daden’ te verrichten. Die bestaan meestal uit het aanranden van verbijsterde passanten, het maken van pompende bewegingen met zijn kruis, het neurien van ‘livin da vida loca’ en een triomfantelijke yell: ‘FOOOOOO!’. Om de subtiliteiten van deze gein te doorgronden moet je waarschijnlijk in Japan zijn opgegroeid, maar grappig is het: duizenden fans die dijenkletsend voor de televisie liggen kunnen het toch niet mis hebben. Japanse homo’s weten niet precies wat ze er mee aanmoeten. Het karikatuur van de overigens heteroseksuele Masaki presenteert homoseksualiteit als iets belachelijks. Maar aan de andere kant heeft het er toe geleid dat zelfs het conservatieve gedeelte van de bevolking een homoseksueel stereotype omarmt dat mannen zoent en in de wc te grazen neemt. Tenslotte is er meer belachelijks op televisie. Japans entertainment lijkt weinig grenzen te kennen; lokale celebrity’s zouden dromen van de suffe Nederlandse spelshows als Waku Waku. In plaats daarvan moeten ze het tegen elkaar opnemen in wedstrijden wie de heetste pepers kan eten. Schoolmeisjes krijgen hompen vlees op hun hoofd gebonden om te kijken wie het het langst uithoudt in een kooi met een vleesetend reptiel. En in de reality show Crybaby worden acht meisjes in een huis opgesloten om te kijken wie het hardst kan huilen. Dagelijks wordt bijgehouden hoeveel mililiters tranen ze hebben gelaten; degene die het minst heeft gehuild wordt het huis uit gezet. Als de winnares achteraf vertelt hoe ze toch zoveel kon huilen haar concurrenten met hun gesneden uien te slim af was, vertelt ze doodleuk dat ze zichzelf voorstelde hoe haar moeder zou worden vermoord. Opeens lijkt Masaki’s Hard Gay-typetje een stuk onschuldiger.Met een tijdsverschil van zeven uur met Nederland is de kans groot dat je er als pas gearriveerde bezoeker een wakkere nacht of twee doorbrengt in een donkere hotelkamer met dit soort idiote beelden op tv. Of misschien voor een raam dat uitkijkt over de fonkelende skyline van de reusachtige flipperkast die Tokio is. Dan is het in een delirium van slapeloosheid niet onvoorstelbaar dat je je even afvraagt of je nog wel op aarde bent, of op de maan anno 2080.
Slapen in weelde
Mandarin Oriental
Het summum van welriekende luxe op de negen bovenste verdiepingen van de Nihonbashi Mitsui Toren in het centrum van Tokio. Nog maar net een jaar open en waarschijnlijk het mooiste hotel van de stad. Alleen de lobby is al zo prijzenswaardig spectaculair dat het de moeite loont om er een kijkje te gaan nemen – deze werd door first class reizigers verkozen tot de beste ter wereld. Alle weelde ten spijt steelt het uitzicht, aan de ene kant tot de baai van Tokio en aan de andere tot aan Mount Fuji (maar dan moet het weer wel een beetje meezitten) de show.
2-1-1 Nihonbashi Muromachi, Chuo-ku, www.mandarinoriental.com
Park Hotel Tokyo
Designhotel rondom een zonnig atrium bovenop de driehoekige Shiodome Media Tower. Focus is op gezondheid: in de twee restaurants (één Frans, één Japans) wordt alleen onbespoten groente geserveerd. Een speciaal opgeleide ‘pillow fitter’ zorgt desgevraagd voor kussens op maat, zodat je uitgeslapen kunt shoppen in het nabijgelegen Ginza, het chicste winkeldistrict van Japan.
1-7-1 Higashi Shimbashi, Minato-ku, www.parkhoteltokyo.com.
Park Hyatt.
Dit hotel geniet sinds de film Lost in Translation wereldfaam, en ademt overal een sfeer van gedistingeerde luxe uit. Laat bij zonsondergang een martini aanrukken in de beroemde New York bar, een perfect begin voor een avondje uit in het nabijgelegen gay district Shinjuku Nichome. Gasten prijzen de futuristische wc-potten, met verwarmde bril en ingebouwde douche en föhn voor een derrière die zo schoon en fris is dat je er sushi op kunt rollen.
3-7-1-2 Nishi-Shinjuku, Shinjuku-ku, tokyo.park.hyatt.com
8 x Tokio in a rush
Tokio is zo groot dat alle districten van de stad als 23 verschillende steden gelden. Dat maakt het moeilijk kiezen als je geen weken de tijd hebt. Acht suggesties.
1. Electric Town, de straatblokken rondom Chuo Dori, Akihabara. Grootste – en volstrekt hysterische - verzameling electronicawinkels ter wereld, vol futuristische gadgets en games voor scherpe prijzen. De cosplay-cafés in de zijstraatjes moet je natuurlijk niet overslaan.
2. Bloesem. Als je het geluk hebt om in het bloesemseizoen in Japan te zijn mag je (en kan je) dit absoluut niet missen. Het begint halverwege februari met pruimenbloesem en komt eind maart tot begin april op een hoogtepunt met kersenbloesem als horden mensen zich klemdrinken in de sneeuw van roze blaadjes in de parken.
3. Tsukiji vismarkt. ’s Werelds grootste vismarkt: als het vinnen of tentakels heeft, dan is het hier te koop, en kijkt het je met grote verbaasde ogen aan. Maak gebruik van de jetlag om vóór 5 uur te arriveren voor de enorme tonijnveiling. Na afloop in de rij voor de verste, en lekkerste, sushi ter wereld in het piepkleine restaurantje bij de veilinghal: Daiwa Sushi.
4. Kabuki-theater. Onverstaanbare voorstellingen die kunnen oplopen tot 5 uur zijn wellicht teveel van het goede: het prachtige Kabuki-za theater in Ginza verkoopt ook kaartjes voor één bedrijf, met Engelstalige audio-guide.
5. Cosplay kids. Buitennissig uitgedoste tieners: punk-meets-manga-meets-goth-meets-lolita. In het weekend te vinden in Harajuku, voornamelijk op de brug bij het metrostation maar ook in het Yoyogi-park, waar veel alternatieve bandjes optreden. Daarna shoppen in de hipste modebuurt ter wereld.
6. Sumo. Het eerstvolgende toernooi is 2e tot en met de 4e zondag in januari. Hoewel het ereschavot de laatste jaren wordt gedomineerd door buitenlanders, blijft sumo in het Kokugikan stadium een uniek Japanse ervaring. Weekenden zijn lang tevoren uitverkocht; weekdagen niet. Is er geen toernooi, of zijn de geluierde dikzakken niet je ding, ga dan op zoek naar Beetle Sumo, met – je raadt het – levende torren.
7. Karaoke. Een avond in Tokio is niet compleet zonder karaoke. In de vestiging van de Karaoke-Kan keten in Shibuya (K&F Building, 30-8 Utagawacho) ging men los in Lost in Translation, in kamers 601 en 602. Dronkenschap is een pré: drank is inbegrepen in de prijs.
8. Fugu. Indien verkeerd bereid is fugu (kogelvis) 275 keer zo giftig als cyaankali, dus dit is bij uitstek een delicatesse waar je niet op moet beknibbelen. In het piepkleine restaurant Tokuyama (4-11-28 Nishi – Azabu, Minato-ku) vlakbij de uitgaansbuurt Roppongi, staan tien koks voor tien gasten klaar. Zeer prijzig, maar gegarandeerd onvergetelijk.
4 x random Japan
Tokio is zonder twijfel de interessantste stad van Japan. Maar wie er de tijd voor heeft, moet de gelegenheid om een kijkje te nemen buiten de stad niet laten liggen. Met de Shinkansen, ’s werelds snelste trein, zijn de meeste bestemmingen dichterbij dan je denkt.
1. Kyoto. De enorm sfeervolle oude hoofdstad is de beste plek om alle verschillende cuisines van Japan uit te proberen, en op zoek te gaan naar het Gion van Memoirs of a Geisha. Pas op wel voor een overdosis Japanse tempels en tuinen: kies zorgvuldig uit wat je wil zien en laat de rest, hoe aanlokkelijk ook, links liggen of je wil de rest van je leven geen tempel meer in.
2. Koya-san. Sereen spiritueel ‘retreat’ op een bergtop nabij Osaka, waar je kunt logeren in een van de weelderige tempels en het leven van Boeddhistische monniken van dichtbij mee kunt maken. Na je 45 minuten lang in een pretzel te hebben gevouwen voor de dagelijkse meditatiesessie (deelname wordt op prijs gesteld) volgt vegetarische haute cuisine. Vroeg op: het bijwonen van de ochtendceremonie in een donker, met wierrook gevuld heiligdom is een ervaring om nooit te vergeten.
3. Huis ten Bosch. Niets is zo bizar als een middagje in dit Nederlandse themapark bij Nagasaki, waarin niet alleen een aantal windmolens, maar een heel Nederlands dorp tot in de kleinste details is nagebouwd, waar Hotel de l’Europe tegenover de Dom ligt, en het Café aan de Haven een casino blijkt te zijn. Alsof je even thuis bent, maar iedereen opeens is veranderd in een Japanner. Leukste winkelnaam: de souvenirshop ‘Heerlijk Mug’ – kopen die bekers!
4. Beppu. Wees bereid een paar dagen naar zwavel te stinken en sping in een van de (heilzame?) vulkanische heetwaterbaden om de Japanse badcultuur op z’n best mee te maken. Eerst goed schrobben: Japanners hebben een enorme smetvrees. En dan voorzichtig te water gaan: men houdt van een badwatertemperatuur die uitermate dicht bij het kookpunt ligt.
Tip: Als je van plan bent om veel per trein te reizen in Japan, zorg dan dat je in Nederland een Japan Rail Pass op de kop tikt. Deze is alleen te koop buiten Japan (en alleen voor niet in Japan woonachtige buitenlanders) en heb je er binnen no-time uit, want zonder zo’n pass is treinvervoer duur. Meer info: www.japanrailpass.net
Nacht in Shinjuku Nichome
Tokio’s gay buurt heeft te veel bars om op te noemen: schattingen lopen uiteen van twee- tot driehonderd. De meeste daarvan zijn klein (max 20 personen) en verwelkomen lang niet altijd buitenlanders. In de bars en discotheken in dit lijstje kun je altijd terecht, en als je slim bent, gebruik je het als een startpunt om Japanners te vinden die zo vriendelijk willen zijn je op sleeptouw te nemen. Met zoveel bars is een uniek avontuur gegarandeerd!1. Advocates (1F, Dai-7 Tenka Building, Shinjuku 2-18-1) Hier begint de avond; een piepklein cafétje waar het vooral buiten op de stoep erg druk kan worden.
2. Arty Farty (2F, No.33 Kyutei Building, Shinjuku 2-11-7) Drukke kleine discotheek (maar groot bij vergelijking met de cafés) met een goede sfeer en een belabberd sound systeem.
3. The Annex (1F, Futami Building, Shinjuku 2-14-11) Staat ook wel bekend als Arty Farty 2; een bar met achterin iets dat voor een dansvloer doorgaat rond een fontein.
4. GB (B1, Shinjuku Plaza Building, Shinjuku 2-12-3) Dé plek voor degenen die op zoek zijn naar een wat intiemere ontmoeting tussen het westen en de oriënt.
5. Fuji (B104, Saint Four Building, Shinjuku 2-12-16) Karaoke in de kelder: 100 yen (60 eurocent) per liedje.
6. ArcH (B1F, Dai-2 Hayakawaya Building, Shinjuku 2-14-6) Pasgeopende discotheek van de mensen van Advocates; veel drag queens, goed geluid en een prima ‘underground’ sfeer.
7. Kinsmen (2F, Shinjuku 2-18-5) Warme en relaxte bar voor een volwassen publiek en een goed gesprek.
8. Dragon (B1F, Shinjuku 2-18-5) Poppy club met intieme dansvloer en een beefy barman die als hij in de mood is een batmanpak aantrekt. Bouncen op Beyoncé. (Tegenover Arty Farty)
Tip: Check de site van Shangri-La (www.ageha.com/gn) voor mega- gayparty’s in Ageha, één van Tokio’s superclubs met een capaciteit voor 3000 man.
Voorpret
Meenemen: de altijd überhippe Time Out gids van Tokio of de degelijke, en op het moment van schrijven recenter geupdate Lonely Planet gids van Tokio, o.a. verkrijgbaar bij de American Book Centers in Amsterdam en Den Haag.Van tevoren lezen: Tekkels in Tokio, (uitgeverij Balans) een uitermate vermakelijk en goed geinformeerd boek dat je meer inzicht geeft in Japan dan welke reisgids dan ook. Van Freek Vossenaar, een begenadigd schrijver verbonden aan de Nederlandse ambassade in Tokio, die er o.a voor pleit dat witte oogschaduw, waarzeggers en pratende geldautomaten nóóit uit het Japanse straatbeeld zullen verdwijnen.
Zien op YouTube: alle afleveringen van Japanorama, een hilarische BBC serie in zes delen over populaire cultuur in modern Japan, gepresenteerd door de innemende superdandy Jonathan Ross.